FFO

Onderzoeksprotocol NFFI

Lees het volledige NFFI Onderzoeksprotocol

De uitvoering van werkzaamheden op het gebied van financieel forensisch onderzoek (hierna geduid als ‘FFO’) wordt door vele soorten beroepsbeoefenaren uitgeoefend. Het is vooralsnog feitelijk geen vast omlijnd vakgebied. De meest voorkomende beoefenaren zijn accountants en advocaten. Maar FFO wordt ook gedaan en/of ondersteund door IT technici, gedragspsychologen en operationeel deskundigen. Het wordt uitgevoerd door professionals werkzaam voor private instellingen en bij overheidsinstellingen. De juridische context, waarbinnen de onderzoeken plaats vinden, kan het civielrecht, strafrecht en/of bestuursrecht zijn.

De hierboven genoemde beroepsbeoefenaren hebben tot nog toe geen duidelijke gemeenschappelijke deler. Zij hebben echter wel een gemeenschappelijk doel: het uni-interpretabel, onafhankelijk en objectief informeren van de opdrachtgever en/of belanghebbenden over de onderzoeksbevindingen, op zodanige wijze dat alle belanghebbenden, ongeacht hun achtergrond, het rapport op de juiste wijze kunnen beoordelen, vakjargon wordt vermeden en indien gebruikt expliciet toegelicht.

Elke onderzoeker doet op basis van zijn eigen gedragsregels en kennis en kunde onderzoek en stelt daarvan een rapport op, wederom op basis van diezelfde kennis en kunde, maar ook op basis van eigen interpretaties. Zo kan het zijn dat een ontvanger van een rapport van een financieel forensisch onderzoek, te weten de raad van bestuur, aandeelhouders, pers en/of de rechterlijke macht, zich eigenlijk altijd (eerst) moet afvragen welke achtergrond de rapporteur heeft en op basis daarvan (pas) het rapport op waarde kan schatten.

Dit onderzoeksprotocol heeft het doel om de kwaliteit van FFO te verbeteren door de gebruikers en de leveranciers van FFO te informeren over de voorwaarden die aan de opzet en uitvoering van FFO gesteld kunnen worden. Met dit onderzoeksprotocol wordt beoogd dat ontvangers van rapporten over financieel forensisch onderzoek het rapport altijd op dezelfde wijze kunnen beoordelen. Het bevat minimaal bepaalde gegevens, zoals de opdracht, de context, de beschikbare gegevens en de onderzoekaanpak en er is duidelijk aangegeven wat de onderzoeker heeft gedaan om tot welk resultaat te komen. De in dit protocol aangereikte elementen die in een rapport moeten voorkomen zijn van toepassing, tenzij de onderzoeker reden heeft voor afwijking daarvan. Die afwijking dient gemotiveerd te zijn weergegeven in het rapport: “comply or explain”. Doordat onderzoekers in aanleg volgens hetzelfde onderzoeksprotocol werken is voor de geadresseerden ook duidelijk
welke werkzaamheden zijn verricht, of wanneer vooraf bekeken, zullen worden verricht.

Dit onderzoeksprotocol is tot stand gekomen op initiatief van het Nederlands Financieel Forensisch Instituut (NFFI). Wij danken alle lezers en commentatoren voor hun inzet. Zonder hen was het document niet tot stand gekomen. Wij hopen van harte dat dit onderzoeksprotocol de standaard wordt voor gebruik door financieel forensisch onderzoekers en dat opdrachtgevers eisen dat FFO volgens dit protocol wordt verricht.

Lees het volledige NFFI Onderzoeksprotocol